Datum: | 11-06-2025 ALS IK DE WC-DEUR OPENRUK, ZIE IK DE RUG VAN EEN JONGMENS... | |
Omdat ik narigheid het beste verdraag als ik reis ben ik onderweg naar Antwerpen. Dat schrijf ik nou wel, maar het is nog lang niet zeker dat ik daar aankom. Ik ga weer eens staan en overweeg voor de broodnodige afleiding naar de wc te gaan. In de volgende coupé zitten passagiers stil af te wachten. Zelfs de kinderen staren in de verte. Als ik de wc-deur openruk, zie ik de rug van een jongmens die zich schielijk omdraait. 'Pardon,' prevelt hij en verdwijnt. Ik hannes wat met het slot, het is een voor mij onbekend slot met een grote knop die je moet schuiven. Maar wat is open, wat is dicht? Als ik na gedane zaken de deur wil openen krijg ik dat niet voor elkaar. Ik schuif de knop naar rechts en duw: geen beweging in de deur. Ik schuif de knop naar links, nog steeds geen beweging. Ik draai aan de knop: geen reactie. Een rode warmte kruipt omhoog van mijn nek naar mijn kruin. Rustig maar, zeg ik tegen mijzelf, we staan hier nog wel even. Ik doe een stap naar achteren, geef een forse duw met mijn schouder tegen de deur zoals je ziet in detectives op tv die ergens een huis binnenvallen als de verdachte niet opendoet, en tuimel het treinportaal in recht in de armen van een man die net komt aanlopen. Terug op mijn plek in de coupé zie ik hetzelfde weidse uitzicht van tien minuten eerder. De stem van de conducteur heb ik al een tijd niet gehoord. Ik overweeg mijn hotel in Anttwerpen te bellen om mijn verblijf te annuleren. Alleen dan, ja dan, zit ik thuis met herinneringen. Dat moet voorkomen worden. Een van de pasagiers in mijn coupé blijkt een machinist op vakantie te zijn. Blijkbaar krijg je het treinleven er niet uit, zelfs niet op vakantie: 'We worden geëvacueerd,' zegt hij. ---------- |